3 februari 2013

Bijbeltekst van de dag #14

Deze keer een soort preeksamenvatting. (Ds. Luth, Gereformeerde Kerk (Vrijgemaakt) Groningen Noord-West)

"Toen zag God wat zij deden, dat zij zich bekeerden van hun slechte weg. En God kreeg berouw over het kwade dat Hij gezegd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet."
~ Jona 3:10 (HSV)

Is God zo menselijk dat Hij, net als wij wel eens doen in een gekke bui, dingen kan zeggen die Hij eigenlijk niet meent? Er is in Hem geen spoor van kwaad (Deuteronomium 32, Psalm 111:7). Waarom kan deze tekst in de Bijbel staan? In 1 Samuël 15:29 staat dat juist anders.
Gods spijt is anders dan onze spijt, waar altijd fouten in doorschemeren (net zoals Gods boosheid, waarin geen zonden zijn). God is nooit verrast door een gebeurtenis, dus ook niet door de bekering van de Ninevieten. Sterker nog, het was Gods hart die de bekering gaf. De belofte was in dat geval dus voorwaardelijk, en in het geval van Saul was het onvoorwaardelijk, daar kon Saul niets meer aan doen. God kan dus reageren op de nood van mensen, hoewel Hij onveranderlijk is. Soms laat Hij ons die nood ervaren.
God liet het de Ninevieten ervaren. Veertig dagen in spanning... en er gebeurde niets. God spaarde hen.
Maar wanneer is een belofte van God voorwaardelijk of niet? Hij heeft gezegd: "sterven zul je, Adam!". Maar Gods spijt, zijn onvoorwaardelijke belofte om ons te redden, bleek uit het kruis. God kwam terug op zijn oordeel over Adam en over ons, en besloot ons te redden.

Geen opmerkingen: