23 januari 2013

Bijbeltekst van de dag #13

"Koning Uzzia was melaats tot aan de dag van zijn dood. Hij woonde, omdat hij melaats was, in een apart staand huis, want hij was van het huis van de HEERE afgesneden. Jotham, zijn zoon, was aangesteld over het huis van de koning, en gaf leiding aan de bevolking van het land."~ 2 Kronieken 26:21 (HSV)

Wat er vooraf ging: het ging koning Uzzia voor de wind omdat hij zich naar God richtte. Maar toen het niet beter leek te kunnen gaan, vergat hij God en ging tegen de harde waarheden van de priesters in.
Ik vind het verwonderlijk wat God hier doet, omdat het niet in mijn Godsbeeld past dat Uzzia - die eens zo geliefd en gezegend was door God - hier een straf krijgt en niet de kans krijgt om nog bij God terug te komen. Keert God hier Uzzia de rug toe om hem, de koning, niet meer als 'slecht voorbeeld' voor het volk te kunnen optreden? Het woord 'afgesneden' is hetzelfde woord als het woord dat gebruikt wordt voor de Rode Zee die in tweeën spleet (Exodus 14) de baby die Salomo in tweeën dreigde te snijden (1 Koningen 15). In het geval van de Rode Zee een zeer krachtige splijting, in het geval van de baby een onverenigbare afsnijding.
Maar God zal er zijn redenen voor hebben. Lijkt makkelijk gezegd, maar ik vraag me af of dit überhaupt te begrijpen is. Makkelijker is het om hier lering uit te trekken. Om maar eens af te sluiten met een cliché (en het zou geen cliché zijn als het niet onmiskenbaar waar zou zijn): hoogmoed komt voor de val.

Geen opmerkingen: